Vertaling van buit

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
buit [m] {zn.}
buit [m] {zn.}
buit [m] {zn.}
buit [m] {zn.}
buit [m] {zn.}
buit [m] {zn.}
prooi, verwerving [v], verkrijging [v], buit [m], acquisitie [v] (de ~), aanwinst [v] {zn.}
prooi
verwerving [v]
verkrijging [v]
buit [m]
acquisitie [v] (de ~)
aanwinst [v] {zn.}
prooi, vangst, buit [m] {zn.}
prooi
vangst
buit [m] {zn.}
prooi, buit [m] {zn.}
prooi
buit [m] {zn.}
wild, buit [m] {zn.}
wild
buit [m] {zn.}
Niet alle dieren zijn wild.
Niet alle dieren zijn wild.
Jack, doe niet zo wild.
Jack, doe niet zo wild.
gevangenneming [v], vangst, buit [m] {zn.}
gevangenneming [v]
vangst
buit [m] {zn.}
prooi, buit [m], acquest, aanwinst [v] {zn.}
prooi
buit [m]
acquest
aanwinst [v] {zn.}


Gerelateerd aan buit

prooi - verwerving - verkrijging - acquisitie - aanwinst - vangst - wild - gevangenneming - acquestbezitting