Vertaling van bunkeren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bunkeren {ww.}
bunkeren {ww.}
ik bunker
jij bunkert
hij/zij/het bunkert
ik bunker
jij bunkert
hij/zij/het bunkert
» meer vervoegingen van bunkeren
kolen innemen, bunkeren {ww.}
kolen innemen
bunkeren {ww.}
bunkeren {ww.}
ik bunker
jij bunkert
hij/zij/het bunkert
ik bunker
jij bunkert
hij/zij/het bunkert
» meer vervoegingen van bunkeren
buffelen, zwelgen, bunkeren, slokken, metselen, schrokken {ww.}
buffelen
zwelgen
bunkeren
slokken
metselen
schrokken {ww.}
zwelgen
bunkeren
slokken
metselen
schrokken {ww.}
ik buffel
jij buffelt
hij/zij/het buffelt
ik buffel
jij buffelt
hij/zij/het buffelt
» meer vervoegingen van buffelen