Vertaling van zwelgen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
zwelgen {ww.}
zwelgen {ww.}

ik zwelg
jij zwelgt
hij/zij/het zwelgt

ik zwelg
jij zwelgt
hij/zij/het zwelgt
» meer vervoegingen van zwelgen

zwelgen, verzwelgen, opschrokken {ww.}
zwelgen
verzwelgen
opschrokken {ww.}

ik schrok op
jij schrokt op
hij/zij/het schrokt op

ik zwelg
jij zwelgt
hij/zij/het zwelgt
» meer vervoegingen van zwelgen

zwelgen {ww.}
zwelgen {ww.}

ik zwelg
jij zwelgt
hij/zij/het zwelgt

ik zwelg
jij zwelgt
hij/zij/het zwelgt
» meer vervoegingen van zwelgen

buffelen, zwelgen, bunkeren, slokken, metselen, schrokken {ww.}
buffelen
zwelgen
bunkeren
slokken
metselen
schrokken {ww.}

ik buffel
jij buffelt
hij/zij/het buffelt

ik buffel
jij buffelt
hij/zij/het buffelt
» meer vervoegingen van buffelen



Gerelateerd aan zwelgen

verzwelgen - opschrokken - buffelen - bunkeren - slokken - metselen - schrokkenopgaan - maaltijden