Vertaling van opgaan

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
opgaan, geassimileerd worden {ww.}
opgaan
geassimileerd worden {ww.}

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan
» meer vervoegingen van opgaan

opgaan {ww.}
opgaan {ww.}

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan
» meer vervoegingen van opgaan

wassen, opstaan, stijgen, opkomen, verrijzen, rijzen, opgaan {ww.}
wassen
opstaan
stijgen
opkomen
verrijzen
rijzen
opgaan {ww.}

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan

ik zal wassen
ik zou wassen
jij zult wassen
» meer vervoegingen van wassen

Ik wilde niet vroeg opstaan.
Ik wilde niet vroeg opstaan.
Ik haat vroeg opstaan.
Ik haat vroeg opstaan.
vigeren, valideren, geldig zijn, opgaan, gelden {ww.}
vigeren
valideren
geldig zijn
opgaan
gelden {ww.}

ik zal gelden
jij zult gelden
hij/zij/het zal gelden

ik zal valideren
jij zult valideren
hij/zij/het zal valideren
» meer vervoegingen van valideren

begaan, opgaan, bestijgen {ww.}
begaan
opgaan
bestijgen {ww.}

ik zal begaan
jij zult begaan
hij/zij/het zal begaan

ik zal begaan
jij zult begaan
hij/zij/het zal begaan
» meer vervoegingen van begaan

Ze heeft een misdaad begaan.
Ze heeft een misdaad begaan.
Bill heeft de misdaad niet begaan.
Bill heeft de misdaad niet begaan.
opgaan {ww.}
opgaan {ww.}

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan
» meer vervoegingen van opgaan

opgaan, omhooggaan {ww.}
opgaan
omhooggaan {ww.}

ik zal omhooggaan
ik zou omhooggaan
jij zult omhooggaan

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan
» meer vervoegingen van opgaan

opgaan {ww.}
opgaan {ww.}

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan
» meer vervoegingen van opgaan

opgaan {ww.}
opgaan {ww.}

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan
» meer vervoegingen van opgaan

uitkomen, kloppen, opgaan {ww.}
uitkomen
kloppen
opgaan {ww.}

ik zal kloppen
jij zult kloppen
hij/zij/het zal kloppen

ik zal uitkomen
jij zult uitkomen
hij/zij/het zal uitkomen
» meer vervoegingen van uitkomen

Ik heb een oplossing gevonden, maar ik had ze zo snel, dat ze niet kan kloppen.
Ik heb een oplossing gevonden, maar ik had ze zo snel, dat ze niet kan kloppen.
Ik hoop dat al je dromen uitkomen, op één na, zodat je steeds iets hebt om na te streven.
Ik hoop dat al je dromen uitkomen, op één na, zodat je steeds iets hebt om na te streven.
opraken, opkomen, opgaan {ww.}
opraken
opkomen
opgaan {ww.}

ik zal opgaan
ik zou opgaan
jij zult opgaan

ik zal opraken
ik zou opraken
jij zult opraken
» meer vervoegingen van opraken