Vertaling van verenigen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
verenigen, bijeenbrengen, samenbrengen, aaneenvoegen {ww.}
verenigen
bijeenbrengen
samenbrengen
aaneenvoegen {ww.}

ik voeg aaneen
jij voegt aaneen
hij/zij/het voegt aaneen

ik verenig
jij verenigt
hij/zij/het verenigt
» meer vervoegingen van verenigen

Hij heeft geprobeerd de verschillende groepen te verenigen.
Hij heeft geprobeerd de verschillende groepen te verenigen.
Laten we het nuttige en het aangename verenigen
Laten we het nuttige en het aangename verenigen
verenigen {ww.}
verenigen {ww.}

ik verenig
jij verenigt
hij/zij/het verenigt

ik verenig
jij verenigt
hij/zij/het verenigt
» meer vervoegingen van verenigen

Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede.
Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede.
Het is altijd mogelijk om een aanzienlijk aantal mensen te verenigen in liefde, zolang er andere mensen overblijven om hun agressieve uitingen te incasseren.
Het is altijd mogelijk om een aanzienlijk aantal mensen te verenigen in liefde, zolang er andere mensen overblijven om hun agressieve uitingen te incasseren.
verzamelen, verenigen, vergaderen, opeenhopen, ophopen, accumuleren, paren, vergaren, samenbrengen, rapen, bijeenkrijgen, bijeengaren, bijeenbrengen {ww.}
verzamelen
verenigen
vergaderen
opeenhopen
ophopen
accumuleren
paren
vergaren
samenbrengen
rapen
bijeenkrijgen
bijeengaren
bijeenbrengen {ww.}

ik accumuleer
jij accumuleert
hij/zij/het accumuleert

ik verzamel
jij verzamelt
hij/zij/het verzamelt
» meer vervoegingen van verzamelen

Laten we hier een keer per week vergaderen.
Laten we hier een keer per week vergaderen.
Je moet meer informatie verzamelen.
Je moet meer informatie verzamelen.
verenigen, samenvoegen, synthetiseren, verenen, samendoen {ww.}
verenigen
samenvoegen
synthetiseren
verenen
samendoen {ww.}

ik doe samen
jij doet samen
hij/zij/het doet samen

ik verenig
jij verenigt
hij/zij/het verenigt
» meer vervoegingen van verenigen

verenigen, scharen, aaneensluiten, groeperen {ww.}
verenigen
scharen
aaneensluiten
groeperen {ww.}

ik sluit aaneen
jij sluit aaneen
hij/zij/het sluit aaneen

ik verenig
jij verenigt
hij/zij/het verenigt
» meer vervoegingen van verenigen

Deze scharen knippen niet goed.
Deze scharen knippen niet goed.
verzamelen, verenigen, samenkomen, bijeenkomen {ww.}
verzamelen
verenigen
samenkomen
bijeenkomen {ww.}

ik kom bijeen
jij komt bijeen
hij/zij/het komt bijeen

ik verzamel
jij verzamelt
hij/zij/het verzamelt
» meer vervoegingen van verzamelen

Laten we overmorgen samenkomen.
Laten we overmorgen samenkomen.
Autoramen verzamelen vorst op winterse ochtenden.
Autoramen verzamelen vorst op winterse ochtenden.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Hij heeft geprobeerd de verschillende groepen te verenigen.

Hij heeft geprobeerd de verschillende groepen te verenigen.

Laten we het nuttige en het aangename verenigen

Laten we het nuttige en het aangename verenigen

Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede.

Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede.

Het is altijd mogelijk om een aanzienlijk aantal mensen te verenigen in liefde, zolang er andere mensen overblijven om hun agressieve uitingen te incasseren.

Het is altijd mogelijk om een aanzienlijk aantal mensen te verenigen in liefde, zolang er andere mensen overblijven om hun agressieve uitingen te incasseren.