Vertaling van vergaren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
vergaren {ww.}
vergaren {ww.}

ik vergaar
jij vergaart
hij/zij/het vergaart

ik vergaar
jij vergaart
hij/zij/het vergaart
» meer vervoegingen van vergaren

verzamelen, verenigen, vergaderen, opeenhopen, ophopen, accumuleren, paren, vergaren, samenbrengen, rapen, bijeenkrijgen, bijeengaren, bijeenbrengen {ww.}
verzamelen
verenigen
vergaderen
opeenhopen
ophopen
accumuleren
paren
vergaren
samenbrengen
rapen
bijeenkrijgen
bijeengaren
bijeenbrengen {ww.}

ik accumuleer
jij accumuleert
hij/zij/het accumuleert

ik verzamel
jij verzamelt
hij/zij/het verzamelt
» meer vervoegingen van verzamelen

Laten we hier een keer per week vergaderen.
Laten we hier een keer per week vergaderen.
Hij heeft geprobeerd de verschillende groepen te verenigen.
Hij heeft geprobeerd de verschillende groepen te verenigen.