Vertaling van burcht
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
Burcht {eigenn.}
Burcht {eigenn.}
kasteel , burcht {zn.}
kasteel
burcht {zn.}
burcht {zn.}
Mijn thuis is mijn kasteel.
Mijn thuis is mijn kasteel.
Ik ben nu in een oud kasteel
Ik ben nu in een oud kasteel
slot , kasteel , burcht {zn.}
slot
kasteel
burcht {zn.}
kasteel
burcht {zn.}
Het kasteel werd in de as gelegd.
Het kasteel werd in de as gelegd.
Wanneer jullie naar Roemenië gaan, zullen jullie het Kasteel van Dracula bezoeken.
Wanneer jullie naar Roemenië gaan, zullen jullie het Kasteel van Dracula bezoeken.
burcht {zn.}
burcht {zn.}
steen , slot , burcht , burg {zn.}
steen
slot
burcht
burg {zn.}
slot
burcht
burg {zn.}
Een steen drijft niet.
Een steen drijft niet.
Ik kan deze steen niet oppakken.
Ik kan deze steen niet oppakken.