Vertaling van steen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
steen [o] {zn.}
steen [o] {zn.}
Een steen drijft niet.
Een steen drijft niet.
Ik kan deze steen niet oppakken.
Ik kan deze steen niet oppakken.
stuk [o], steen [o], tichel [m], klinker [m], bouwsteen [m], baksteen [o] {zn.}
stuk [o]
steen [o]
tichel [m]
klinker [m]
bouwsteen [m]
baksteen [o] {zn.}
Dat kind wierp een steen naar de hond.
Dat kind wierp een steen naar de hond.
Ik wil een stuk papier.
Ik wil een stuk papier.
steen [m] (de/het ~), gesteente [o] (het ~) {zn.}
steen [m] (de/het ~)
gesteente [o] (het ~) {zn.}
Verplaats alsjeblieft deze steen van hier naar daar.
Verplaats alsjeblieft deze steen van hier naar daar.
De jongen gooide een steen naar de kikker.
De jongen gooide een steen naar de kikker.
steen, edelsteen [m] (de ~) {zn.}
steen
edelsteen [m] (de ~) {zn.}
steen [m] (de ~) {zn.}
steen [m] (de ~) {zn.}
steen {zn.}
steen {zn.}
steen, concrement {zn.}
steen
concrement {zn.}
steen, tegel [m] (de ~) {zn.}
steen
tegel [m] (de ~) {zn.}
steen [m] (de ~) {zn.}
steen [m] (de ~) {zn.}
kermen, kreunen, stenen, steunen {ww.}
kermen
kreunen
stenen
steunen {ww.}

ik kerm
jij kermt
hij/zij/het kermt

ik kerm
jij kermt
hij/zij/het kermt
» meer vervoegingen van kermen

burg [m] (de ~), burcht [m] (de ~), slot [o] (het ~), steen [o] (het ~) {zn.}
burg [m] (de ~)
burcht [m] (de ~)
slot [o] (het ~)
steen [o] (het ~) {zn.}
stenen, zuchten, kreunen, steunen {ww.}
stenen
zuchten
kreunen
steunen {ww.}

ik kreun
jij kreunt
hij/zij/het kreunt

ik steen
jij steent
hij/zij/het steent
» meer vervoegingen van stenen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Een steen drijft niet.

Een steen drijft niet.

Ik kan deze steen niet oppakken.

Ik kan deze steen niet oppakken.

Dat kind wierp een steen naar de hond.

Dat kind wierp een steen naar de hond.

Verplaats alsjeblieft deze steen van hier naar daar.

Verplaats alsjeblieft deze steen van hier naar daar.

De jongen gooide een steen naar de kikker.

De jongen gooide een steen naar de kikker.

Het lijkt hier wel een huishouden van Jan Steen.

Het lijkt hier wel een huishouden van Jan Steen.

We bestuderen een soort giftige kikker met veel gelijkenis tot een steen.

We bestuderen een soort giftige kikker met veel gelijkenis tot een steen.

Toen ze wakker werden zagen ze een steen naast zich liggen.

Toen ze wakker werden zagen ze een steen naast zich liggen.

Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.

Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.

Wat op de steen staat kan daar niet zonder reden zijn geschreven.

Wat op de steen staat kan daar niet zonder reden zijn geschreven.

Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen

Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen

De druppel holt de steen uit, niet met geweld, maar door keer op keer te vallen

De druppel holt de steen uit, niet met geweld, maar door keer op keer te vallen

Ik laat een marmeren stad achter, die ik in steen heb gekregen

Ik laat een marmeren stad achter, die ik in steen heb gekregen