Vertaling van brok
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
stuk, fragment , brok {zn.}
stuk
fragment
brok {zn.}
fragment
brok {zn.}
Mijn radio is alweer stuk.
Mijn radio is alweer stuk.
Hij nam een stuk krijt.
Hij nam een stuk krijt.
stukje , homp, brok , eindje , bonk {zn.}
stukje
homp
brok
eindje
bonk {zn.}
homp
brok
eindje
bonk {zn.}
Breng mij een stukje papier a.u.b.
Breng mij een stukje papier a.u.b.
Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?
Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?
brok {zn.}
brok {zn.}
fragment , brokstukken, brokstuk , brok {zn.}
fragment
brokstukken
brokstuk
brok {zn.}
brokstukken
brokstuk
brok {zn.}
stuk , stoot , spetter , knapperd, kanjer, brok {zn.}
stuk
stoot
spetter
knapperd
kanjer
brok {zn.}
stoot
spetter
knapperd
kanjer
brok {zn.}
Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.
Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.
Ik wil een stuk papier.
Ik wil een stuk papier.