Vertaling van spetter

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
spetter [m] (de ~), spat [m] (de ~), spet {zn.}
spetter [m] (de ~)
spat [m] (de ~)
spet {zn.}
spetteren {ww.}
spetteren {ww.}

ik spetter
jij spettert
hij/zij/het spettert

ik spetter
jij spettert
hij/zij/het spettert
» meer vervoegingen van spetteren

stuk [m] (het ~), stoot [v] (de ~), spetter [m] (de ~), knapperd, kanjer, brok {zn.}
stuk [m] (het ~)
stoot [v] (de ~)
spetter [m] (de ~)
knapperd
kanjer
brok {zn.}
Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.
Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.
Mijn radio is alweer stuk.
Mijn radio is alweer stuk.
sputteren, spetteren {ww.}
sputteren
spetteren {ww.}

ik spetter
jij spettert
hij/zij/het spettert

ik sputter
jij sputtert
hij/zij/het sputtert
» meer vervoegingen van sputteren

plassen, spetteren, spetten, spatten, plonzen, bespatten {ww.}
plassen
spetteren
spetten
spatten
plonzen
bespatten {ww.}

ik bespat
jij bespat
hij/zij/het bespat

ik plas
jij plast
hij/zij/het plast
» meer vervoegingen van plassen

Ik moet nodig plassen en kan geen wc vinden.
Ik moet nodig plassen en kan geen wc vinden.
Het regent dat het giet! Op straat zijn overal plassen, en het water stroomt van de daken.
Het regent dat het giet! Op straat zijn overal plassen, en het water stroomt van de daken.


Gerelateerd aan spetter

spat - spet - spetteren - stuk - stoot - knapperd - kanjer - brok - sputteren - plassen - spetten - spatten - plonzen - bespattenhoeveelheid - persoon - wegspringen - prutsen