Vertaling van deduceren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
deduceren {ww.}
deduceren {ww.}
ik deduceer
jij deduceert
hij/zij/het deduceert
ik deduceer
jij deduceert
hij/zij/het deduceert
» meer vervoegingen van deduceren
afleiden, deduceren, abstraheren {ww.}
afleiden
deduceren
abstraheren {ww.}
deduceren
abstraheren {ww.}
ik abstraheer
jij abstraheert
hij/zij/het abstraheert
ik leid af
jij leidt af
hij/zij/het leidt af
» meer vervoegingen van afleiden