Vertaling van enig
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
enig {spreekw.}
enig {spreekw.}
enig, uniek {bn.}
enig
uniek {bn.}
uniek {bn.}
enig, van welke soort dan ook {bn.}
enig
van welke soort dan ook {bn.}
van welke soort dan ook {bn.}
enig
enig
alleen, enig, louter, verlaten {bn.}
alleen
enig
louter
verlaten {bn.}
enig
louter
verlaten {bn.}
een hoeveelheid, enig, wat {bn.}
een hoeveelheid
enig
wat {bn.}
enig
wat {bn.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Ik ben enig kind.
Ik ben enig kind.
Heb je enig goed nieuws?
Heb je enig goed nieuws?
Heb je enig idee hoe ongezond dat is?
Heb je enig idee hoe ongezond dat is?