Vertaling van finishen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
eindigen, finishen {ww.}
eindigen
finishen {ww.}

ik eindig
jij eindigt
hij/zij/het eindigt

ik eindig
jij eindigt
hij/zij/het eindigt
» meer vervoegingen van eindigen



Gerelateerd aan finishen

eindigenarriveren