Vertaling van gat
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
gat , achterste , zitvlak, staartstuk, kont, bips {zn.}
gat
achterste
zitvlak
staartstuk
kont
bips {zn.}
achterste
zitvlak
staartstuk
kont
bips {zn.}
Hij groef een gat.
Hij groef een gat.
Het is een zwart gat.
Het is een zwart gat.
gat {zn.}
gat {zn.}
Hij heeft een gat in zijn hand.
Hij heeft een gat in zijn hand.
gat , hol, holte, kuil, put {zn.}
gat
hol
holte
kuil
put {zn.}
hol
holte
kuil
put {zn.}
oog , gat {zn.}
oog
gat {zn.}
gat {zn.}
Oog om oog, tand om tand.
Oog om oog, tand om tand.
Mijn oog is opgezwollen.
Mijn oog is opgezwollen.
gat , schuilhoek , schuilplaats {zn.}
gat
schuilhoek
schuilplaats {zn.}
schuilhoek
schuilplaats {zn.}
gat {zn.}
gat {zn.}
gat , holte {zn.}
gat
holte {zn.}
holte {zn.}
gat , gaatje {zn.}
gat
gaatje {zn.}
gaatje {zn.}
batterij, gat , achterste , krent , achtersteven, kont , hol , zitvlak , achterwerk , bips , bibs, tooches, reet, posterieur, fundament, derrière {zn.}
batterij
gat
achterste
krent
achtersteven
kont
hol
zitvlak
achterwerk
bips
bibs
tooches
reet
posterieur
fundament
derrière {zn.}
gat
achterste
krent
achtersteven
kont
hol
zitvlak
achterwerk
bips
bibs
tooches
reet
posterieur
fundament
derrière {zn.}
Deze batterij is geladen.
Deze batterij is geladen.
De batterij is leeg!
De batterij is leeg!
gehucht , buurt , buurtschap , gat , vlek {zn.}
gehucht
buurt
buurtschap
gat
vlek {zn.}
buurt
buurtschap
gat
vlek {zn.}
tekort , gat {zn.}
tekort
gat {zn.}
gat {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Hij groef een gat.
Hij groef een gat.
Het is een zwart gat.
Het is een zwart gat.
Hij heeft een gat in zijn hand.
Hij heeft een gat in zijn hand.