Vertaling van gemaskerd
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
gemaskerd, verkapt {bn.}
gemaskerd
verkapt {bn.}
verkapt {bn.}
gemaskerd {bn.}
gemaskerd {bn.}
verbloemen, bewimpelen, maskeren, bemantelen {ww.}
verbloemen
bewimpelen
maskeren
bemantelen {ww.}
bewimpelen
maskeren
bemantelen {ww.}
ik heb bemanteld
ik had bemanteld
ik zal bemanteld hebben
ik heb verbloemd
ik had verbloemd
ik zal verbloemd hebben
» meer vervoegingen van verbloemen
maskeren {ww.}
maskeren {ww.}
ik heb gemaskerd
ik had gemaskerd
ik zal gemaskerd hebben
ik heb gemaskerd
ik had gemaskerd
ik zal gemaskerd hebben
» meer vervoegingen van maskeren
verbergen, verdoezelen, maskeren, wegstoppen, versluieren, verhullen, verhelen, verbloemen, camoufleren, benevelen {ww.}
verbergen
verdoezelen
maskeren
wegstoppen
versluieren
verhullen
verhelen
verbloemen
camoufleren
benevelen {ww.}
verdoezelen
maskeren
wegstoppen
versluieren
verhullen
verhelen
verbloemen
camoufleren
benevelen {ww.}
ik heb beneveld
ik had beneveld
ik zal beneveld hebben
ik heb verborgen
ik had verborgen
ik zal verborgen hebben
» meer vervoegingen van verbergen
Hij vertelt een nieuwe leugen om de voorafgaande te verdoezelen.
Hij vertelt een nieuwe leugen om de voorafgaande te verdoezelen.
Ze probeerde haar angst tevergeefs te verbergen.
Ze probeerde haar angst tevergeefs te verbergen.