Vertaling van genieten
blij zijn
zich verheugen
zich verblijden
genieten van {ww.}
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
» meer vervoegingen van genieten
zich verlustigen in
zich verheugen in
genieten van {ww.}
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
» meer vervoegingen van genieten
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
» meer vervoegingen van genieten
ontvangen
genieten
toucheren {ww.}
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
ik krijg
jij krijgt
hij/zij/het krijgt
» meer vervoegingen van krijgen
smaken
ophebben {ww.}
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
» meer vervoegingen van genieten
Voorbeelden in zinsverband
We hopen dat je van de voorstelling zult genieten.
We hopen dat je van de voorstelling zult genieten.
Het bad was niet warm genoeg dus kon ik er niet van genieten.
Het bad was niet warm genoeg dus kon ik er niet van genieten.
Ik kon des te meer van mijn vrije dag genieten door met jou samen te zijn.
Ik kon des te meer van mijn vrije dag genieten door met jou samen te zijn.
Het is noodzakelijk om met drie te zijn om een goed verhaal te waarderen: één om het goed te vertellen, één om ervan te genieten en één om er niets van te begrijpen. Omdat het plezier van de twee eersten verdubbeld wordt door het onbegrip van de derde.
Het is noodzakelijk om met drie te zijn om een goed verhaal te waarderen: één om het goed te vertellen, één om ervan te genieten en één om er niets van te begrijpen. Omdat het plezier van de twee eersten verdubbeld wordt door het onbegrip van de derde.