Vertaling van geouwehoer

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gezeur [o] (het ~), gezemel, gezever, gezanik, gezeik [o] (het ~), geteem, geouwehoer [o] (het ~), gemier [o] (het ~), gesodemieter, gemekker, gemaal [o] (het ~), gekanker, gejengel, geëmmer {zn.}
gezeur [o] (het ~)
gezemel
gezever
gezanik
gezeik [o] (het ~)
geteem
geouwehoer [o] (het ~)
gemier [o] (het ~)
gesodemieter
gemekker
gemaal [o] (het ~)
gekanker
gejengel
geëmmer {zn.}
onzin [m] (de ~), dwaasheid [v] (de ~), nonsens [m] (de ~), wijvenpraat, lariekoek [m] (de ~), leuterpraat, kul, kwezelarij, gekwek, kletspraat [m] (de ~), gekakel [o] (het ~), gekkenpraat, gebeuzel, ge-o-ha, flauwekul [m] (de ~), zottenpraat, gelul [o] (het ~), bullshit [m] (de ~), geneuzel, kolder [m] (de ~), geouwehoer, kwatsch, geraaskal, larie [v] (de ~), gewauwel, leuterkoek, gezwam [o] (het ~), lulkoek [m] (de ~), gezwets, quatsch [m] (de ~), shit [m] (de ~), zever [m] (de ~), apekool [m] (de ~), klets [m] (de ~), beuzelarij [v] (de ~), geklets [o] (het ~), kletskoek [m] (de ~) {zn.}
onzin [m] (de ~)
dwaasheid [v] (de ~)
nonsens [m] (de ~)
wijvenpraat
lariekoek [m] (de ~)
leuterpraat
kul
kwezelarij
gekwek
kletspraat [m] (de ~)
gekakel [o] (het ~)
gekkenpraat
gebeuzel
ge-o-ha
flauwekul [m] (de ~)
zottenpraat
gelul [o] (het ~)
bullshit [m] (de ~)
geneuzel
kolder [m] (de ~)
geouwehoer
kwatsch
geraaskal
larie [v] (de ~)
gewauwel
leuterkoek
gezwam [o] (het ~)
lulkoek [m] (de ~)
gezwets
quatsch [m] (de ~)
shit [m] (de ~)
zever [m] (de ~)
apekool [m] (de ~)
klets [m] (de ~)
beuzelarij [v] (de ~)
geklets [o] (het ~)
kletskoek [m] (de ~) {zn.}
Onzin.
Onzin.
Zeg geen onzin!
Zeg geen onzin!


Gerelateerd aan geouwehoer

gezeur - gezemel - gezever - gezanik - gezeik - geteem - gemier - gesodemieter - gemekker - gemaal - gekanker - gejengel - geëmmer - onzin - dwaasheiduiting