Vertaling van gesetteld

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gesetteld, gearriveerd, gevestigd {bn.}
gesetteld
gearriveerd
gevestigd {bn.}
settelen {ww.}
settelen {ww.}

ik heb gesetteld
ik had gesetteld
ik zal gesetteld hebben

ik heb gesetteld
ik had gesetteld
ik zal gesetteld hebben
» meer vervoegingen van settelen



Gerelateerd aan gesetteld

gearriveerd - gevestigd - settelengeslaagd - vestigen