Vertaling van handwortel

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
handwortel {zn.}
handwortel {zn.}
pols [m], polsgewricht, handwortel {zn.}
pols [m]
polsgewricht
handwortel {zn.}
De dokter nam mijn pols.
De dokter nam mijn pols.
achterhand, handwortel {zn.}
achterhand
handwortel {zn.}


Gerelateerd aan handwortel

pols - polsgewricht - achterhanddeel - handwortelbeentje