Vertaling van herstellen
ik herstel
jij herstelt
hij/zij/het herstelt
ik herstel
jij herstelt
hij/zij/het herstelt
» meer vervoegingen van herstellen
ik herstel
jij herstelt
hij/zij/het herstelt
ik herstel
jij herstelt
hij/zij/het herstelt
» meer vervoegingen van herstellen
herstellen
weer goed maken
verhelpen {ww.}
ik herstel
jij herstelt
hij/zij/het herstelt
ik repareer
jij repareert
hij/zij/het repareert
» meer vervoegingen van repareren
herstellen {ww.}
ik herstel
jij herstelt
hij/zij/het herstelt
ik repareer
jij repareert
hij/zij/het repareert
» meer vervoegingen van repareren
repareren
herstellen
verstellen
verhelpen {ww.}
ik herstel
jij herstelt
hij/zij/het herstelt
ik maak
jij maakt
hij/zij/het maakt
» meer vervoegingen van maken
Voorbeelden in zinsverband
Kan je die lekke band nu herstellen?
Kan je die lekke band nu herstellen?
Morgen laat ik deze schoenen herstellen.
Morgen laat ik deze schoenen herstellen.
De patiënt zal vlug herstellen van zijn ziekte.
De patiënt zal vlug herstellen van zijn ziekte.
Ik zal de auto alleen kopen als ze eerst de remmen herstellen.
Ik zal de auto alleen kopen als ze eerst de remmen herstellen.