Vertaling van jongeman

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
zoon [m] (de ~), jongeman [m] (de ~), jongeheer [m] (de ~), jongmens, jongeling [m] (de ~) {zn.}
zoon [m] (de ~)
jongeman [m] (de ~)
jongeheer [m] (de ~)
jongmens
jongeling [m] (de ~) {zn.}
Deze jongeman heeft blauw haar.
Deze jongeman heeft blauw haar.
Zo vader, zo zoon.
Zo vader, zo zoon.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Deze jongeman heeft blauw haar.

Deze jongeman heeft blauw haar.

De jongeman moet worden geprezen, onderscheiden en... terzijde geschoven

De jongeman moet worden geprezen, onderscheiden en... terzijde geschoven


Gerelateerd aan jongeman

zoon - jongeheer - jongmens - jongelingjongere - man