Vertaling van kaas
stremmen {ww.}
ik kaas
jij kaast
hij/zij/het kaast
ik kaas
jij kaast
hij/zij/het kaast
» meer vervoegingen van kazen
ik kaas
jij kaast
hij/zij/het kaast
ik kaas
jij kaast
hij/zij/het kaast
» meer vervoegingen van kazen
Voorbeelden in zinsverband
Kaas wordt gemaakt van melk.
Kaas wordt gemaakt van melk.
Kaas is niet licht verteerbaar.
Kaas is niet licht verteerbaar.
Ik heb liever belegen kaas.
Ik heb liever belegen kaas.
Tom houdt niet van kaas.
Tom houdt niet van kaas.
Deze kaas is gemaakt van schapenmelk.
Deze kaas is gemaakt van schapenmelk.
Deze kaas is gemaakt van geitenmelk.
Deze kaas is gemaakt van geitenmelk.
Op de markt kost zulke kaas maar vijf euro zoveel per kilo.
Op de markt kost zulke kaas maar vijf euro zoveel per kilo.
Moeder heeft boterhammen met kaas voor ons klaargemaakt voor het middageten.
Moeder heeft boterhammen met kaas voor ons klaargemaakt voor het middageten.
Al wat je nodig hebt, is lekkere kaas en een pot zwarte kersenjam.
Al wat je nodig hebt, is lekkere kaas en een pot zwarte kersenjam.