Vertaling van klit

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
klit, klis {zn.}
klit
klis {zn.}
klit [m] (de ~) {zn.}
klit [m] (de ~) {zn.}
klit [m] (de ~) {zn.}
klit [m] (de ~) {zn.}
elkaar aantrekken, klitten {ww.}
elkaar aantrekken
klitten {ww.}

ik klit
jij klit
hij/zij/het klit

ik klit
jij klit
hij/zij/het klit
» meer vervoegingen van klitten

Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.
Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.
elkaar aantrekken, klitten {ww.}
elkaar aantrekken
klitten {ww.}

ik klit
jij klit
hij/zij/het klit

ik klit
jij klit
hij/zij/het klit
» meer vervoegingen van klitten

klever, klit {zn.}
klever
klit {zn.}


Gerelateerd aan klit

klis - elkaar aantrekken - klitten - kleverbloemhoofdje - knoop - vasthouden - kleven - persoon