Vertaling van kolderen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
kolderen, raaskallen, bazelen {ww.}
kolderen
raaskallen
bazelen {ww.}
raaskallen
bazelen {ww.}
ik bazel
jij bazelt
hij/zij/het bazelt
ik kolder
jij koldert
hij/zij/het koldert
» meer vervoegingen van kolderen
raaskallen, kolderen, malen, ijlen {ww.}
raaskallen
kolderen
malen
ijlen {ww.}
kolderen
malen
ijlen {ww.}
ik ijl
jij ijlt
hij/zij/het ijlt
ik raaskal
jij raaskalt
hij/zij/het raaskalt
» meer vervoegingen van raaskallen