Vertaling van kuren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
kuren {ww.}
kuren {ww.}

ik kuur
jij kuurt
hij/zij/het kuurt

ik kuur
jij kuurt
hij/zij/het kuurt
» meer vervoegingen van kuren

kuren {ww.}
kuren {ww.}

ik kuur
jij kuurt
hij/zij/het kuurt

ik kuur
jij kuurt
hij/zij/het kuurt
» meer vervoegingen van kuren

nuk, kuur (mv. kuren) [v], gril, speling [v], bui [v], bevlieging [v] {zn.}
nuk
kuur (mv. kuren) [v]
gril
speling [v]
bui [v]
bevlieging [v] {zn.}
kuur (mv. kuren) [v], behandeling [v] {zn.}
kuur (mv. kuren) [v]
behandeling [v] {zn.}
kunsten, fratsen [m] (de ~), nuk [m] (de ~), manie, luimen, luim, kuur, kuren [m] (de ~), frats, grol [m] (de ~), caprice, bevlieging [v] (de ~), gril [m] (de ~) {zn.}
kunsten
fratsen [m] (de ~)
nuk [m] (de ~)
manie
luimen
luim
kuur
kuren [m] (de ~)
frats
grol [m] (de ~)
caprice
bevlieging [v] (de ~)
gril [m] (de ~) {zn.}
Van alle kunsten is de geneeskunde de edelste
Van alle kunsten is de geneeskunde de edelste
In tijden van oorlog zijn de wetten stil" (ook: Inter arma enim silent Musae: "In tijden van oorlog zijn de kunsten stil
In tijden van oorlog zijn de wetten stil" (ook: Inter arma enim silent Musae: "In tijden van oorlog zijn de kunsten stil
kuur [m] (de ~) {zn.}
kuur [m] (de ~) {zn.}
kuur (mv. kuren) {zn.}
kuur (mv. kuren) {zn.}


Gerelateerd aan kuren

nuk - kuur - gril - speling - bui - bevlieging - behandeling - kunsten - fratsen - manie - luimen - luim - frats - grol - capricebeteren - gedachte - gedrag - verlangen - behandeling - wedstrijdonderdeel