Vertaling van lesgeven
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
geven, lesgeven, onderwijzen, onderrichten, doceren {ww.}
geven
lesgeven
onderwijzen
onderrichten
doceren {ww.}
lesgeven
onderwijzen
onderrichten
doceren {ww.}
ik zal doceren
ik zou doceren
jij zult doceren
ik zal geven
ik zou geven
jij zult geven
» meer vervoegingen van geven
Onderwijzen vraagt veel geduld.
Onderwijzen vraagt veel geduld.
Lesgeven aan jonge kinderen is niet makkelijk.
Lesgeven aan jonge kinderen is niet makkelijk.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Lesgeven aan jonge kinderen is niet makkelijk.
Lesgeven aan jonge kinderen is niet makkelijk.
Lesgeven aan jonge kinderen is niet makkelijk.
Lesgeven aan jonge kinderen is niet makkelijk.
Hij heeft een lange ervaring in lesgeven.
Hij heeft een lange ervaring in lesgeven.
Mensen leren terwijl ze lesgeven
Mensen leren terwijl ze lesgeven