Vertaling van locatie

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
locatie [v] (de ~) {zn.}
locatie [v] (de ~) {zn.}
plaats [m] (de ~), plek [m] (de ~), locatie [v] (de ~), oord [o] (het ~) {zn.}
plaats [m] (de ~)
plek [m] (de ~)
locatie [v] (de ~)
oord [o] (het ~) {zn.}
Tom heeft een kale plek.
Tom heeft een kale plek.
Hij had geen plek om te wonen.
Hij had geen plek om te wonen.


Gerelateerd aan locatie

plaats - plek - oordoord - iets