Vertaling van lokaliteit

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
plaats [v], ruimte, zetel [m], oord, lokaliteit [v] {zn.}
plaats [v]
ruimte
zetel [m]
oord
lokaliteit [v] {zn.}
Vanaf de zetel
Vanaf de zetel
Hij stapte naar mijn ruimte.
Hij stapte naar mijn ruimte.
lokaliteit [v] (de ~) {zn.}
lokaliteit [v] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan lokaliteit

synoniemen

plaats - ruimte - zetel - oord

verwante termen

ruimte