Vertaling van lubberen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
flodderen, slodderen, slobberen, lubberen {ww.}
flodderen
slodderen
slobberen
lubberen {ww.}
slodderen
slobberen
lubberen {ww.}
ik flodder
jij floddert
hij/zij/het floddert
ik flodder
jij floddert
hij/zij/het floddert
» meer vervoegingen van flodderen