Vertaling van slobberen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
slobberen {ww.}
slobberen {ww.}

ik slobber
jij slobbert
hij/zij/het slobbert

ik slobber
jij slobbert
hij/zij/het slobbert
» meer vervoegingen van slobberen

slobberen, opslobberen, oplikken {ww.}
slobberen
opslobberen
oplikken {ww.}

ik lik op
jij likt op
hij/zij/het likt op

ik slobber
jij slobbert
hij/zij/het slobbert
» meer vervoegingen van slobberen

slobberen, leppen, lurken, lebberen {ww.}
slobberen
leppen
lurken
lebberen {ww.}

ik lebber
jij lebbert
hij/zij/het lebbert

ik slobber
jij slobbert
hij/zij/het slobbert
» meer vervoegingen van slobberen

flodderen, slodderen, slobberen, lubberen {ww.}
flodderen
slodderen
slobberen
lubberen {ww.}

ik flodder
jij floddert
hij/zij/het floddert

ik flodder
jij floddert
hij/zij/het floddert
» meer vervoegingen van flodderen



Gerelateerd aan slobberen

opslobberen - oplikken - leppen - lurken - lebberen - flodderen - slodderen - lubberendrinken - hangen