Vertaling van maat
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
maat, makker, kornuit, kameraad {zn.}
maat
makker
kornuit
kameraad {zn.}
makker
kornuit
kameraad {zn.}
Weet u uw maat?
Weet u uw maat?
Ik zoek een jas in mijn maat.
Ik zoek een jas in mijn maat.
maat, mate, grootte {zn.}
maat
mate
grootte {zn.}
mate
grootte {zn.}
Deze schoen is een maat groter.
Deze schoen is een maat groter.
Alles met mate.
Alles met mate.
maat, makker, kornuit, kameraad, partner, metgezel, gezel {zn.}
maat
makker
kornuit
kameraad
partner
metgezel
gezel {zn.}
makker
kornuit
kameraad
partner
metgezel
gezel {zn.}
Er is maat in de dingen, er zijn tenslotte zekere grenzen
Er is maat in de dingen, er zijn tenslotte zekere grenzen
maat {zn.}
maat {zn.}
maat, meetinstrument {zn.}
maat
meetinstrument {zn.}
meetinstrument {zn.}
maathouden {ww.}
maathouden {ww.}
ik houd maat
ik hield maat
jij houdt maat
ik houd maat
ik hield maat
jij houdt maat
» meer vervoegingen van maathouden
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Weet u uw maat?
Weet u uw maat?
Ik zoek een jas in mijn maat.
Ik zoek een jas in mijn maat.
Deze schoen is een maat groter.
Deze schoen is een maat groter.
Er is maat in de dingen, er zijn tenslotte zekere grenzen
Er is maat in de dingen, er zijn tenslotte zekere grenzen