Vertaling van mandant

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
opdrachtgever [m] (de ~), principaal, mandator, mandant, machtgever, lastgever [m] (de ~), committent {zn.}
opdrachtgever [m] (de ~)
principaal
mandator
mandant
machtgever
lastgever [m] (de ~)
committent {zn.}
In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers…
In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers…


Gerelateerd aan mandant

opdrachtgever - principaal - mandator - machtgever - lastgever - committentpersoon