Vertaling van opdrachtgever
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
klant, opdrachtgever, afnemer, cliënt, principaal {zn.}
klant
opdrachtgever
afnemer
cliënt
principaal {zn.}
opdrachtgever
afnemer
cliënt
principaal {zn.}
Klant is koning.
Klant is koning.
Ik ben maar een klant.
Ik ben maar een klant.
opdrachtgever , principaal, mandator, mandant, machtgever, lastgever , committent {zn.}
opdrachtgever
principaal
mandator
mandant
machtgever
lastgever
committent {zn.}
principaal
mandator
mandant
machtgever
lastgever
committent {zn.}
In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers…
In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers…