Vertaling van mist
damp
nevel
floers {zn.}
niet vinden {ww.}
ik mis
jij mist
hij/zij/het mist
ik mis
jij mist
hij/zij/het mist
» meer vervoegingen van missen
ontberen
derven {ww.}
ik derf
jij derft
hij/zij/het derft
ik mis
jij mist
hij/zij/het mist
» meer vervoegingen van missen
mislopen
misgrijpen {ww.}
ik misgrijp
jij misgrijpt
hij/zij/het misgrijpt
ik mis
jij mist
hij/zij/het mist
» meer vervoegingen van missen
vermissen {ww.}
ik mis
jij mist
hij/zij/het mist
ik mis
jij mist
hij/zij/het mist
» meer vervoegingen van missen
misten {ww.}
hij/zij/het mist
ik nevel
jij nevelt
hij/zij/het nevelt
ik nevel
jij nevelt
» meer vervoegingen van nevelen
Voorbeelden in zinsverband
We konden niets zien, behalve mist.
We konden niets zien, behalve mist.
Ik wil niet dat iemand dit mist.
Ik wil niet dat iemand dit mist.
Je kan maar beter opschieten, of je mist de trein.
Je kan maar beter opschieten, of je mist de trein.
Ik wil niet dat Tom de bus mist.
Ik wil niet dat Tom de bus mist.
Londen, waar ik woon, was vroeger beroemd om zijn mist.
Londen, waar ik woon, was vroeger beroemd om zijn mist.
De mist is vandaag zo dik als erwtensoep.
De mist is vandaag zo dik als erwtensoep.