Vertaling van noodgedwongen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
noodgedwongen, uit nood
noodgedwongen
uit nood
uit nood
gedwongen, afgedwongen, noodgedwongen, onvrijwillig, gekunsteld, gemaakt, gewrongen {bn.}
gedwongen
afgedwongen
noodgedwongen
onvrijwillig
gekunsteld
gemaakt
gewrongen {bn.}
afgedwongen
noodgedwongen
onvrijwillig
gekunsteld
gemaakt
gewrongen {bn.}