Vertaling van gedwongen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gedwongen, dwingen, doordrukken {ww.}
gedwongen
dwingen
doordrukken {ww.}

ik heb doorgedrukt
jij hebt doorgedrukt
hij/zij/het heeft doorgedrukt

ik heb gedwongen
jij hebt gedwongen
hij/zij/het heeft gedwongen
» meer vervoegingen van dwingen

De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden.
De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden.
Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.
Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.
gedwongen, afgedwongen, noodgedwongen, onvrijwillig, gekunsteld, gemaakt, gewrongen {bn.}
gedwongen
afgedwongen
noodgedwongen
onvrijwillig
gekunsteld
gemaakt
gewrongen {bn.}
gedwongen, gehouden, verplicht {bn.}
gedwongen
gehouden
verplicht {bn.}
gedwongen, met tegenzin, node, onvrijwillig {bw.}
gedwongen
met tegenzin
node
onvrijwillig {bw.}
gedwongen, met tegenzin, node, onvrijwillig {bw.}
gedwongen
met tegenzin
node
onvrijwillig {bw.}
gedwongen, geforceerd {bn.}
gedwongen
geforceerd {bn.}
gedwongen, kwaadschiks, met tegenzin, node, onvrijwillig {bw.}
gedwongen
kwaadschiks
met tegenzin
node
onvrijwillig {bw.}
bindend, dwingend, gedwongen, verbindend, verplicht, verplichtend {bn.}
bindend
dwingend
gedwongen
verbindend
verplicht
verplichtend {bn.}
dwingen, verplichten, noodzaken {ww.}
dwingen
verplichten
noodzaken {ww.}

ik heb gedwongen
jij hebt gedwongen
hij/zij/het heeft gedwongen

ik heb gedwongen
jij hebt gedwongen
hij/zij/het heeft gedwongen
» meer vervoegingen van dwingen

Ik zal je nooit dwingen om met hem te trouwen.
Ik zal je nooit dwingen om met hem te trouwen.
Je kan me niet dwingen iets te doen wat ik niet wil.
Je kan me niet dwingen iets te doen wat ik niet wil.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Mijn baas was gedwongen ontslag te nemen.

Mijn baas was gedwongen ontslag te nemen.

Kate was gedwongen het boek te lezen.

Kate was gedwongen het boek te lezen.

Ik heb haar gedwongen piano te spelen.

Ik heb haar gedwongen piano te spelen.

Door geweld gedwongen

Door geweld gedwongen

Tom werd gedwongen een radicale beslissing te maken.

Tom werd gedwongen een radicale beslissing te maken.

Ik was gedwongen te stoppen met het plan.

Ik was gedwongen te stoppen met het plan.

Ze werden gedwongen hun huis tegen hun wil in te verlaten.

Ze werden gedwongen hun huis tegen hun wil in te verlaten.