Vertaling van geforceerd
gespannen
strak
gestrekt {bn.}
gewild
gewrongen
opgesmukt
spastisch
geforceerd
krampachtig
gekunsteld
gemaakt {bn.}
geforceerd {bn.}
verkrachten
forceren {ww.}
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
ik heb verkracht
jij hebt verkracht
hij/zij/het heeft verkracht
» meer vervoegingen van verkrachten
forceren {ww.}
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
ik heb opgedrongen
jij hebt opgedrongen
hij/zij/het heeft opgedrongen
» meer vervoegingen van opdringen
forceren {ww.}
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
ik heb overspannen
jij hebt overspannen
hij/zij/het heeft overspannen
» meer vervoegingen van overspannen
forceren {ww.}
ik heb doorgedrukt
jij hebt doorgedrukt
hij/zij/het heeft doorgedrukt
ik heb doorgedrukt
jij hebt doorgedrukt
hij/zij/het heeft doorgedrukt
» meer vervoegingen van doordrukken
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
» meer vervoegingen van forceren
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
» meer vervoegingen van forceren
forceren
openbreken {ww.}
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
ik heb gekraakt
jij hebt gekraakt
hij/zij/het heeft gekraakt
» meer vervoegingen van kraken
verplichten {ww.}
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
» meer vervoegingen van forceren
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
» meer vervoegingen van forceren
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
ik heb geforceerd
jij hebt geforceerd
hij/zij/het heeft geforceerd
» meer vervoegingen van forceren