Vertaling van onaneren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
zich aftrekken, zich afrukken, onaneren {ww.}
zich aftrekken
zich afrukken
onaneren {ww.}

ik onaneer
jij onaneert
hij/zij/het onaneert

ik onaneer
jij onaneert
hij/zij/het onaneert
» meer vervoegingen van onaneren

rukken, afrukken, onaneren, geilpompen, bevlekken, aftrekken {ww.}
rukken
afrukken
onaneren
geilpompen
bevlekken
aftrekken {ww.}

ik ruk af
jij rukt af
hij/zij/het rukt af

ik ruk
jij rukt
hij/zij/het rukt
» meer vervoegingen van rukken


Gerelateerd aan onaneren

zich aftrekken - zich afrukken - rukken - afrukken - geilpompen - bevlekken - aftrekkenmasturberen