Vertaling van ontwaren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
ontwaren, in de smiezen krijgen, in het oog krijgen, bespeuren {ww.}
ontwaren
in de smiezen krijgen
in het oog krijgen
bespeuren {ww.}
in de smiezen krijgen
in het oog krijgen
bespeuren {ww.}
ik bespeur
jij bespeurt
hij/zij/het bespeurt
ik ontwaar
jij ontwaart
hij/zij/het ontwaart
» meer vervoegingen van ontwaren
gewaarworden, ontwaren {ww.}
gewaarworden
ontwaren {ww.}
ontwaren {ww.}
ik word gewaar
jij wordt gewaar
hij/zij/het wordt gewaar
ik word gewaar
jij wordt gewaar
hij/zij/het wordt gewaar
» meer vervoegingen van gewaarworden