Vertaling van part

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
Part {zn.}
Part {zn.}
deel, stuk, gedeelte, part, onderdeel {zn.}
deel
stuk
gedeelte
part
onderdeel {zn.}
Mijn radio is alweer stuk.
Mijn radio is alweer stuk.
Hij nam een stuk krijt.
Hij nam een stuk krijt.
deel [o] (het ~), stuk [o] (het ~), stukje, hap [m] (de ~), gedeelte [o] (het ~), part [o] (het ~) {zn.}
deel [o] (het ~)
stuk [o] (het ~)
stukje
hap [m] (de ~)
gedeelte [o] (het ~)
part [o] (het ~) {zn.}
Ze nam een hap uit de appel.
Ze nam een hap uit de appel.
Breng mij een stukje papier a.u.b.
Breng mij een stukje papier a.u.b.
deel, part, aandeel [o] (het ~) {zn.}
deel
part
aandeel [o] (het ~) {zn.}
We hebben alles voor ons deel gedaan.
We hebben alles voor ons deel gedaan.
Taiwan is geen deel van China.
Taiwan is geen deel van China.


Gerelateerd aan part

Part - deel - stuk - gedeelte - onderdeel - stukje - hap - aandeeliets - deel - hoeveelheid