Vertaling van pronken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
pronken {ww.}
pronken {ww.}
ik pronk
jij pronkt
hij/zij/het pronkt
ik pronk
jij pronkt
hij/zij/het pronkt
» meer vervoegingen van pronken
"Wat?" zei Al-Sayib. "Denk je dat je nu ineens met een Armani moet gaan lopen pronken, omdat je op de internationale tv bent?
"Wat?" zei Al-Sayib. "Denk je dat je nu ineens met een Armani moet gaan lopen pronken, omdat je op de internationale tv bent?
pronken, pralen, prijken, paraderen {ww.}
pronken
pralen
prijken
paraderen {ww.}
pralen
prijken
paraderen {ww.}
ik paradeer
jij paradeert
hij/zij/het paradeert
ik pronk
jij pronkt
hij/zij/het pronkt
» meer vervoegingen van pronken
pronken, uitpakken {ww.}
pronken
uitpakken {ww.}
uitpakken {ww.}
ik pronk
jij pronkt
hij/zij/het pronkt
ik pronk
jij pronkt
hij/zij/het pronkt
» meer vervoegingen van pronken