Vertaling van propageren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
verspreiden, propageren, uitdragen, propaganda maken voor {ww.}
verspreiden
propageren
uitdragen
propaganda maken voor {ww.}
propageren
uitdragen
propaganda maken voor {ww.}
ik propageer
jij propageert
hij/zij/het propageert
ik verspreid
jij verspreidt
hij/zij/het verspreidt
» meer vervoegingen van verspreiden
Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden.
Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden.
bepleiten, pleiten, propageren {ww.}
bepleiten
pleiten
propageren {ww.}
pleiten
propageren {ww.}
ik bepleit
jij bepleit
hij/zij/het bepleit
ik bepleit
jij bepleit
hij/zij/het bepleit
» meer vervoegingen van bepleiten