Vertaling van regering
administratie
beheer
toediening
bestuur
landsregering {zn.}
bewind
heerschappij
bestuur {zn.}
overheid
gouvernement {zn.}
gouvernement
bestuur {zn.}
rectie {ww.}
regeringstijd
regeringsperiode
regeerperiode {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
De Britse regering was kwaad.
De Britse regering was kwaad.
De huidige regering heeft veel problemen.
De huidige regering heeft veel problemen.
Ze hebben een nieuwe regering opgericht.
Ze hebben een nieuwe regering opgericht.
Eindelijk luistert de regering naar het volk.
Eindelijk luistert de regering naar het volk.
En we weten dat de regering niet alle problemen kan oplossen.
En we weten dat de regering niet alle problemen kan oplossen.
De regering van de Verenigde Staten heeft drie machten: De uitvoerende, de wetgevende en de rechterlijke.
De regering van de Verenigde Staten heeft drie machten: De uitvoerende, de wetgevende en de rechterlijke.
Naar aanleiding van de demografische gegevens was de regering genoodzaakt een beleid aan te nemen dat het geboortecijfer zou stimuleren.
Naar aanleiding van de demografische gegevens was de regering genoodzaakt een beleid aan te nemen dat het geboortecijfer zou stimuleren.