Vertaling van schaakstuk

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
schaakstuk {zn.}
schaakstuk {zn.}
stuk [o] (het ~), schaakstuk [o] (het ~) {zn.}
stuk [o] (het ~)
schaakstuk [o] (het ~) {zn.}
Mijn radio is alweer stuk.
Mijn radio is alweer stuk.
Hij nam een stuk krijt.
Hij nam een stuk krijt.


Gerelateerd aan schaakstuk

stukvoorwerp