Vertaling van schamelheid

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
schamelheid [v] {zn.}
schamelheid [v] {zn.}
schamelheid [v] {zn.}
schamelheid [v] {zn.}
nood, ellende [v], misère, schamelheid [v], narigheid [v], armoe [v] {zn.}
nood
ellende [v]
misère
schamelheid [v]
narigheid [v]
armoe [v] {zn.}
Morgenrood, aarde in nood. Avondrood, reactor verkloot.
Morgenrood, aarde in nood. Avondrood, reactor verkloot.
Ik heb nood aan iemand om met te praten.
Ik heb nood aan iemand om met te praten.


Gerelateerd aan schamelheid

nood - ellende - misère - narigheid - armoe