Vertaling van shit

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
kut, shit, verdomme {tw}
kut
shit
verdomme {tw}
rommel, rotzooi [m] (de ~), troep, tinnef [o] (het ~), tennef, shit [m] (de ~), junk, brol, brandhout {zn.}
rommel
rotzooi [m] (de ~)
troep
tinnef [o] (het ~)
tennef
shit [m] (de ~)
junk
brol
brandhout {zn.}
Eerst zagen ze de rommel, vervolgens keken ze elkaar aan.
Eerst zagen ze de rommel, vervolgens keken ze elkaar aan.
thee [m] (de ~), pot [m] (de ~), wiet [m] (de ~), stuff [m] (de ~), weed, stuf, shit [m] (de ~), kif, kief, marihuana [m] (de ~) {zn.}
thee [m] (de ~)
pot [m] (de ~)
wiet [m] (de ~)
stuff [m] (de ~)
weed
stuf
shit [m] (de ~)
kif
kief
marihuana [m] (de ~) {zn.}
De pot verwijt de ketel.
De pot verwijt de ketel.
Koffie of thee?
Koffie of thee?
godgevloekt, klote, kloterig, kut, lullig, rottig, shit, verdomd, verduiveld, verduveld, vermaledijd, verrekt, verrot, vervloekt, verwenst, lam, verdraaid, ellendig, misselijk, rot {bn.}
godgevloekt
klote
kloterig
kut
lullig
rottig
shit
verdomd
verduiveld
verduveld
vermaledijd
verrekt
verrot
vervloekt
verwenst
lam
verdraaid
ellendig
misselijk
rot {bn.}
onzin [m] (de ~), dwaasheid [v] (de ~), nonsens [m] (de ~), wijvenpraat, lariekoek [m] (de ~), leuterpraat, kul, kwezelarij, gekwek, kletspraat [m] (de ~), gekakel [o] (het ~), gekkenpraat, gebeuzel, ge-o-ha, flauwekul [m] (de ~), zottenpraat, gelul [o] (het ~), bullshit [m] (de ~), geneuzel, kolder [m] (de ~), geouwehoer, kwatsch, geraaskal, larie [v] (de ~), gewauwel, leuterkoek, gezwam [o] (het ~), lulkoek [m] (de ~), gezwets, quatsch [m] (de ~), shit [m] (de ~), zever [m] (de ~), apekool [m] (de ~), klets [m] (de ~), beuzelarij [v] (de ~), geklets [o] (het ~), kletskoek [m] (de ~) {zn.}
onzin [m] (de ~)
dwaasheid [v] (de ~)
nonsens [m] (de ~)
wijvenpraat
lariekoek [m] (de ~)
leuterpraat
kul
kwezelarij
gekwek
kletspraat [m] (de ~)
gekakel [o] (het ~)
gekkenpraat
gebeuzel
ge-o-ha
flauwekul [m] (de ~)
zottenpraat
gelul [o] (het ~)
bullshit [m] (de ~)
geneuzel
kolder [m] (de ~)
geouwehoer
kwatsch
geraaskal
larie [v] (de ~)
gewauwel
leuterkoek
gezwam [o] (het ~)
lulkoek [m] (de ~)
gezwets
quatsch [m] (de ~)
shit [m] (de ~)
zever [m] (de ~)
apekool [m] (de ~)
klets [m] (de ~)
beuzelarij [v] (de ~)
geklets [o] (het ~)
kletskoek [m] (de ~) {zn.}
Onzin.
Onzin.
Zeg geen onzin!
Zeg geen onzin!

Gerelateerd aan shit

kut - verdomme - rommel - rotzooi - troep - tinnef - tennef - junk - brol - brandhout - thee - pot - wiet - stuff - weediets - softdrug - affreus - slecht - uiting