Vertaling van smeren
doorsmeren
invetten {ww.}
ik smeer door
jij smeert door
hij/zij/het smeert door
ik smeer
jij smeert
hij/zij/het smeert
» meer vervoegingen van smeren
beboteren {ww.}
ik beboter
jij bebotert
hij/zij/het bebotert
ik smeer
jij smeert
hij/zij/het smeert
» meer vervoegingen van smeren
oliën {ww.}
ik olie
jij oliet
hij/zij/het oliet
ik smeer
jij smeert
hij/zij/het smeert
» meer vervoegingen van smeren
doorsmeren
smeren {ww.}
ik besmeer
jij besmeert
hij/zij/het besmeert
ik besmeer
jij besmeert
hij/zij/het besmeert
» meer vervoegingen van besmeren
ik smeer
jij smeert
hij/zij/het smeert
ik smeer
jij smeert
hij/zij/het smeert
» meer vervoegingen van smeren
ik smeer
jij smeert
hij/zij/het smeert
ik smeer
jij smeert
hij/zij/het smeert
» meer vervoegingen van smeren
wrijven
uitwrijven
smeren
uitstrijken
uitsmeren {ww.}
ik smeer
jij smeert
hij/zij/het smeert
ik verstrijk
jij verstrijkt
hij/zij/het verstrijkt
» meer vervoegingen van verstrijken
smeren {ww.}
ik smeer
jij smeert
hij/zij/het smeert
ik smeer
jij smeert
hij/zij/het smeert
» meer vervoegingen van smeren