Vertaling van smijten
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
slingeren, smijten, kwakken {ww.}
slingeren
smijten
kwakken {ww.}
smijten
kwakken {ww.}
ik kwak
jij kwakt
hij/zij/het kwakt
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
» meer vervoegingen van slingeren
sodemieteren, knallen, pleuren, smijten {ww.}
sodemieteren
knallen
pleuren
smijten {ww.}
knallen
pleuren
smijten {ww.}
ik knal
jij knalt
hij/zij/het knalt
ik sodemieter
jij sodemietert
hij/zij/het sodemietert
» meer vervoegingen van sodemieteren