Vertaling van slingeren
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
» meer vervoegingen van slingeren
heen en weer slingeren
op en neer reizen {ww.}
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
» meer vervoegingen van slingeren
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
» meer vervoegingen van slingeren
rollen {ww.}
ik rol
jij rolt
hij/zij/het rolt
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
» meer vervoegingen van slingeren
smijten
kwakken {ww.}
ik kwak
jij kwakt
hij/zij/het kwakt
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
» meer vervoegingen van slingeren
zwaaien
zwiepen
zwieren
zwindelen
zwirrelen {ww.}
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
» meer vervoegingen van slingeren
slingeren
oscilleren {ww.}
hij/zij/het oscilleert
zij oscilleren
ik schommel
hij/zij/het schommelt
zij schommelen
ik schommel
» meer vervoegingen van schommelen
slingeren
kronkelen {ww.}
ik kronkel
jij kronkelt
hij/zij/het kronkelt
ik twist
jij twist
hij/zij/het twist
» meer vervoegingen van twisten
swingen
slingeren {ww.}
ik slinger
jij slingert
hij/zij/het slingert
ik zwaai
jij zwaait
hij/zij/het zwaait
» meer vervoegingen van zwaaien