Vertaling van snoer
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
snoer , elektriciteitssnoer {zn.}
snoer
elektriciteitssnoer {zn.}
elektriciteitssnoer {zn.}
snoer , elektriciteitssnoer {zn.}
snoer
elektriciteitssnoer {zn.}
elektriciteitssnoer {zn.}
stroomleider, stroomdraad, kabel, snoer , geleider {zn.}
stroomleider
stroomdraad
kabel
snoer
geleider {zn.}
stroomdraad
kabel
snoer
geleider {zn.}
halssnoer, halsketting , snoer , collier {zn.}
halssnoer
halsketting
snoer
collier {zn.}
halsketting
snoer
collier {zn.}
vissnoer , snoer , vislijn , sim, hengelsnoer {zn.}
vissnoer
snoer
vislijn
sim
hengelsnoer {zn.}
snoer
vislijn
sim
hengelsnoer {zn.}
touw , lijn , koorde, snoer , koord {zn.}
touw
lijn
koorde
snoer
koord {zn.}
lijn
koorde
snoer
koord {zn.}
Laat het touw los.
Laat het touw los.
Ik liet het touw los.
Ik liet het touw los.
snoeren, met touw vastbinden {ww.}
snoeren
met touw vastbinden {ww.}
met touw vastbinden {ww.}
ik snoer
jij snoert
hij/zij/het snoert
ik snoer
jij snoert
hij/zij/het snoert
» meer vervoegingen van snoeren
snoeren {ww.}
snoeren {ww.}
ik snoer
jij snoert
hij/zij/het snoert
ik snoer
jij snoert
hij/zij/het snoert
» meer vervoegingen van snoeren